Daarnaast wijst het ECF op het belang van het vernieuwen van de bestaande netten, in combinatie met het vervangen van kolen door gas bij het opwekken van groene stroom.
Dat past in de ”marsroute” om te bereiken dat in het jaar 2050 geen uitstoot van het broeikasgas CO2 meer plaatsvindt bij het opwekken van elektriciteit.
De ECF kwam vorig jaar met een rapport, waarin staat dat dit laatste technisch mogelijk en economisch haalbaar is. In een rapport dat maandag wordt gepresenteerd in Brussel, vult de ECF verder in hoe dat moet.
Eerste stap
Volgens de stichting is het beleid van de Europese Unie in de periode tot 2020 een eerste stap in de goede richting. Maar het rapport geeft ook aan dat dan in de periode 2020-2030 een flinke ”versnelling” nodig is.
Bij ongewijzigd beleid zal in 2030 ”slechts” 31 procent van de opgewekte stroom groen zijn, terwijl het etappeschema naar 2050 aangeeft dat we dan op zo’n 60 procent zouden moeten zitten.
Gasinstallaties
Om groene energie de benodigde impuls te geven is het nodig dat stroomverbruikers hun apparaten vooral inschakelen op momenten dat er flink veel elektriciteit beschikbaar is uit wind of zon. Dat vergt niet alleen uitbreiding van netten naar windmolens op zee. Ook zijn ”slimme” elektriciteitsnetten nodig, die forse schommelingen in het verbruik en transport aankunnen.
Bovendien moet er ook elektriciteit worden opgewekt op momenten dat er minder groene stroom beschikbaar is. Dan kunnen gasinstallaties worden ingezet die beter schommelingen in het transport aankunnen dan kolencentrales, en die ook nog eens minder CO2 uitstoten dan kolencentrales.
De ECF is een denktank met deskundigen van onder meer de raadgevende bureaus KEMA en McKinsey.